Arbocommunicatie (1): arbo is dood, leve vitaliteit!
Onlangs veranderde de landelijke arbodienst ArboNed haar naam in 365. Zo wil de organisatie aanduiden dat ze niet alleen kijkt naar de zieke werknemer en zijn werk, maar naar álle werknemers, naar werk én privé, alle dagen van het jaar. Motto: ‘elke dag is belangrijk’. Deze verandering tekent de ontwikkelingen in arboland van de laatste jaren. Steeds vaker ruilen bedrijven de beladen term arbo, dat met een bar slecht imago kampt, in voor preventie, duurzame inzetbaarheid of – nog beter – bevlogenheid. Kortom, voor vitaliteit. Een goed idee. Want de positieve en activerende associaties die vitaliteit opwekt, kunnen wonderen doen voor HR-communicatie. Deel 1 van een serie blogs over Effectieve communicatie over arbo & vitaliteit.
‘Dat moet van de arbo’
De Arbeidsomstandighedenwet (‘Arbowet’) is erop gericht werknemers zo veilig en gezond mogelijk te laten werken. De wet heeft aandacht voor fysiek veilige werkomstandigheden, maar de werkomgeving moet ook mentaal veilig zijn. Zo moeten werknemers zijn gevrijwaard van seksuele intimidatie, pesten, discriminatie, en agressie en geweld. Bedrijven zijn ‘arbo’ echter te veel gaan zien als een logge verplichting die hen veel geld kost zonder dat ze er iets voor terugzien. Ze schaffen ergonomische bureaustoelen aan omdat ‘het moet van de arbo’. Hierdoor ervaart de werknemer ‘arbo’ vaak ook eerder als een negatieve notie dan als maatregelen om hem te beschermen.
Zet ‘arbo’ overboord!
Voor effectieve HR-communicatie kan de werkgever de term ‘arbo’ maar beter helemaal overboord zetten. Zelfs als werknemers beseffen dat ‘arbo’ voor hen een goede zaak is, voeren de negatieve connotaties de boventoon. Als een werknemer vraagt: ‘Waarom schaffen jullie voor mij een nieuwe bureaustoel aan?’ is ‘omdat het moet van de arbo,’ een veel minder betrokken antwoord dan ‘omdat we graag willen dat jij op een plezierige en gezonde manier, vitaal en bevlogen, je werk kunt blijven doen.’ Kortom, vitaliteit maakt een wereld van verschil. Met vitaliteit kan een werkgever zich presenteren als betrokken werkgever die het welvaren van zijn medewerkers hoog in het vaandel heeft.
Focusverschuiving
In den beginne hield ‘arbo’ zich vooral bezig met het verbeteren van harde arbeidsomstandigheden (het voorkomen van arbeidsongevallen, het tegengaan van ernstige fysieke beroepsziekten). Tegenwoordig zijn deze risico’s echter grotendeels afgedekt door aanvullende wetgeving en cao-afspraken. Door technologische ontwikkelingen hoeven steeds minder werknemers grote arbeidsrisico’s te lopen. De ongelukken die nu nog plaatsvinden zijn – afgezien van domme pech – vooral te wijten aan onveilig gedrag: beschermingsmiddelen niet dragen, vermoeidheid, veiligheidsinstructies in de wind slaan, laksheid, routine, onoplettendheid. Veilig gedrag aanleren is tegenwoordig het motto. Tegelijkertijd krijgt mentale onveiligheid meer aandacht. Ongelukken komen minder voor, maar overspannenheid, burn-out, pesten en seksuele discriminatie nemen hand over hand toe. Het behoeft geen betoog dat werknemers ook hiervan behoorlijk en langdurig ziek kunnen zijn.
Aandacht voor de gezonde werknemer
Toen de Wet verbetering poortwachter (Wvp) de werkgever eindverantwoordelijk maakte voor de re-integratie van een zieke werknemer in het arbeidsproces, ontstond nog een verschuiving. De nadruk kwam te liggen op het weer aan de slag krijgen van de werknemer en in toenemende mate ook op verzuimpreventie. De sleutel bij preventie is niet alleen te kijken naar zieke werknemers, maar vooral ook naar hun gezonde collega’s. De beste manier om te voorkomen dat werknemers uitvallen, is ervoor zorgen dat ze gezond en vitaal hun werk kunnen blijven doen. Verzuimpreventie is een onmisbaar onderdeel van goed vitaliteitsbeleid.
Langer inzetbaar én loyaler
Tot slot is inzetten op vitaliteit ook met het oog op de krimpende arbeidsmarkt een verstandige zet. Als medewerkers langer vitaal zijn, blijven ze langer inzetbaar. Zo kan een organisatie kennis en ervaring (langer) behouden. Sturen op vitaliteit is voor jongere werknemers echter net zo goed zinvol. Niet alleen omdat ook zij dan langer vitaal blijven, maar ook omdat de werkgever zich presenteert als een werkgever met hart voor de gezondheid van zijn mensen. Dit zorgt voor loyaliteit bij werknemers, die daardoor aan hun organisatie verbonden willen blijven.
Schrappen dat woord
Nu vitaliteit de boventoon voert, is het logisch het woord arbo zelf te schrappen, zoals 365 heeft gedaan. ‘Arbobeleid’ impliceert het ongeïnspireerd voldoen aan de wettelijke verplichtingen, terwijl ‘vitaliteitsbeleid’ visie en betrokkenheid uitstraalt. Dat is HR-communicatie ten voeten uit.
In de volgende blog aandacht voor een belangrijk onderliggend principe van HR-communicatie bij vitaliteitsbeleid: ‘wie goed doet, goed ontmoet’.
Deze blog is geschreven door Jasmijn Bovendeert en gebaseerd op het whitepaper Arbo is dood, leve vitaliteit!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!