Minder werkdruk door betere communicatie

De werkdruk neemt de laatste jaren toe. Dit blijkt uit onderzoek van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. In 2007 vond 23% van de werknemers de werkdruk te hoog, in 2010 liep dit op tot 26%. Juiste communicatie kan dit probleem voor een groot deel verhelpen, stelt organisatieadviseur Maarten de Winter in zijn boek Het Sjoelbaksyndroom.                                                                                                                                                                                                                                                  

Taakdruk

Werkdruk wordt vaak gezien als ongrijpbaar. De Gezondheidsraad liet onlangs nog weten dat er geen grenswaarde aan werkdruk kan worden gesteld omdat een eenduidige definitie ontbreekt. Werkdruk kan hierdoor niet worden genormeerd in de Arbowet. Dit ontslaat bedrijven natuurlijk niet van de plicht om werkdruk aan te pakken. In Het Sjoelbaksyndroom introduceert De Winter de term ‘taakdruk’. Kort samengevat is dat de piekdruk die volgt uit de taken die zijn gepland. Traditioneel gaan organisaties na of voor de komende periode capaciteitsvraag en -aanbod met elkaar in evenwicht zijn. Dergelijke overzichten geven inzicht in de gemiddelde belasting in een periode, maar niet in de piekdruk. Af en toe een piek in het werk is geen probleem. Het wordt wel problematisch als door die pieken afspraken niet worden nagekomen, werknemers verwachtingen niet meer waarmaken en daar onvoldoende scherp over wordt gecommuniceerd. Dan ondergraaft het de samenwerking.

Meer dialoog

Communicatie is van groot belang bij het bestrijden van werkdruk. Naast het bespreken van werkhouding en gedrag is taakdruk een logisch handvat voor leidinggevende en werknemer om in gesprek te gaan over prioriteiten en taakverdeling. De medewerker moet daarbij volgens De Winter een grotere eigen verantwoordelijkheid krijgen. Dat kan alleen als de dialoog tussen werknemer en leidinggevende kwalitatief verbetert. Als een werknemer zegt dat hij het druk heeft en de leidinggevende volstaat met ‘Tsjonge, veel succes’, dan klinkt dat wel betrokken, maar niemand is ermee geholpen. Als de medewerker zegt ‘Ik heb het druk’, vervolgens opsomt welke taken en prioriteiten hij heeft liggen én voorstelt hoe dit kan worden opgelost, dan kan een leidinggevende ook actie ondernemen.

 

Kwalitatieve contactmomenten

Maarten de Winter geeft bedrijven en instellingen in Het Sjoelbaksyndroom nog een communicatieadvies. Wordt het in een organisatie complexer, dan moet het aantal – kwalitatieve – contactmomenten met leidinggevenden omhoog. Dit geldt ook voor de communicatie tussen collega’s onderling. Zonder dergelijke verbindingen wordt een organisatie op termijn onbestuurbaar.

 

De vraag is natuurlijk hoe die kwalitatieve contactmomenten vorm moeten krijgen. Heb je hier ervaringen mee of goede ideeën voor? Laat het weten in de opmerkingen!

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie