Lid! Rian Campen (TU Eindhoven): ‘Fysiek werk ik in beide vakgebieden’

Voor veel van onze 550 leden is de war for talent dagelijkse kost. Op weinig plaatsen woedt deze zo hard als in de technische sector. De techniek heeft te kampen met een stoffig imago en jong talent kiest al snel voor het bedrijfsleven. Hoe gaan universiteiten deze concurrentiestrijd aan? We vroegen het aan Rian Campen van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e).

Stel jezelf eens voor!

‘Mijn naam is Rian Campen. Ik ben medewerker arbeidsmarktcommunicatie bij het Communicatie Expertise Centrum van de Technische Universiteit Eindhoven. Ik heb een uitgebreide achtergrond in communicatie: een studie Bedrijfscommunicatie, en daarna als allround communicatieadviseur in een ziekenhuis en aan de TU/e.’

Hoe komen HR en communicatie terug in jouw werk?

‘Fysiek werk ik in beide vakgebieden. Als medewerker arbeidsmarktcommunicatie werk ik namelijk in opdracht van de dienst Personeel en Organisatie. In de directe werving trek ik veel samen op met HR-adviseurs. Daarnaast lever ik vanuit het specialisme arbeidsmarktcommunicatie een bijdrage in verschillende projectgroepen. We werken steeds meer multidisciplinair. Intern groeit de gewaarwording dat samenwerken nodig is, tussen HR en communicatie, maar ook met andere diensten.’

Er is een tekort aan hoogopgeleid technisch personeel. Hoe merken jullie dat?

‘Er is altijd een strijd om talent gaande. We vissen in een relatief kleine vijver. Zeker omdat wij vaak werknemers zoeken met een specifiek wetenschappelijk specialisme en goede kandidaten verspreid over de hele wereld zitten. Die topkandidaten hebben altijd de passie voor hun vakgebied gemeen. Daarom is voor ons de wetenschappelijke inhoud van de functie de belangrijkste trigger.’

Wat maakt die concurrentiestrijd zo moeilijk?

‘Ongeveer driekwart van de afgestudeerden kiest voor het bedrijfsleven in plaats van een carrière in de wetenschap. Er bestaat een gechargeerd beeld van de technische wetenschap. Promovendi zouden vier jaar lang alleen onderzoek achter een bureau doen zonder contact met de buitenwereld. Ook het salaris speelt mee, al bestaat daarover een misvatting. Promovendi verdienen aanvankelijk vaak minder, maar als zij na hun promotie doorstromen naar een functie in het bedrijfsleven komen ze vaak op hogere posities terecht dan hun niet gepromoveerde collega’s.’

Heeft de TU een streepje voor op het bedrijfsleven omdat het dicht op de startersmarkt zit?

‘De persoonlijke aanpak werkt het beste. Daarom spelen bij ons hoogleraren een heel belangrijke rol in het werven van nieuwe promovendi. Van hoogleraren gaat vaak een grote aantrekkingskracht uit en zij zien talent wanneer het nog in de collegebanken zit. Onze HR-adviseurs proberen daarom in persoonlijk contact hoogleraren daarom bewust te maken van het belang van werving. Verder proberen we de TU/e als aantrekkelijke werkgever te presenteren door bijvoorbeeld promovendi mee te nemen naar beurzen en ze aan het woord te laten. Daarnaast spreken we jonge wetenschappers aan op hun drijfveren en de mogelijkheid om in de slimste regio ter wereld te werken.’

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie