Hoe meer connecties, hoe beter

Het belang van LinkedIn hoef je aan een HR-professional niet uit te leggen. Lid worden van dit netwerk is zelfs onmogelijk zonder LinkedIn-profiel. Nu stort ook de wetenschap zich erop. Uit een onderzoek van de Universiteit Maastricht blijkt dat netwerken via LinkedIn belangrijk is bij de zoektocht naar een baan.

Meer is beter
Van de respondenten met een LinkedIn-profiel ontving 40 procent weleens relevante jobinformatie of concrete job offers via LinkedIn. Ter vergelijking: een Facebook-profiel was bij slechts 3 procent goed voor een nuttige aanbieding. De belangrijkste conclusie van het onderzoek zal voor velen vooral een welkome bevestiging zijn: hoe meer connecties op LinkedIn, hoe meer interessante vacatures.

Het aantal connecties is daarbij belangrijk dan de ‘sterkte’ – wel of geen intensief contact – van de connecties, al zijn er volgens onderzoeker Bart Rienties van de Universiteit Maastricht wel verschillen wat betreft opleidingsniveau waar te nemen. Laagopgeleiden blijken vooral via zwakke connecties in aanraking te komen met jobinformatie, terwijl bij hoogopgeleiden het effect van sterke connecties groter is.

Belangrijk instrument
Rienties legt uit: ‘LinkedIn is een belangrijk instrument voor de profilering van vooral hoogopgeleiden. Studenten moeten zich hiervan bewust worden. LinkedIn is de plek waar bedrijven naar sollicitanten kijken, maar slechts 49 procent van de studenten heeft een profiel. Ze blijken vaak pas na hun afstuderen een profiel aan te maken, terwijl het juist slim is om dit al vanaf het begin van de studie bij te houden. Voor universiteiten is het de taak om dit actief te begeleiden en te stimuleren.’ Onder werkende mensen is een LinkedIn-profiel al veel meer gemeengoed, waardoor zij makkelijker in beeld komen bij HR-professionals.

Met de reeds beschikbare onderzoeksgegevens zijn er volgens Rienties interessante mogelijkheden voor vervolgonderzoek. ‘We willen dan niet alleen naar de stroom van informatie kijken, maar specifiek naar waar die vandaan komt. Ontvang je bijvoorbeeld eerder handige informatie van hoge piefen of van familieleden? En wat is belangrijker? Daar gaan we in de toekomst naar kijken.’