Groen licht voor de Wet toekomst pensioenen nadert
Met de invoering van de Wet toekomst pensioenen gaat het pensioenstelsel in Nederland een enorme onderhoudsbeurt krijgen. De grootste wijziging sinds decennia. De behandeling van de nieuwe Wet toekomst pensioenen gaat gestaag door. Op 15/16 mei is de openbare behandeling door de Eerste Kamer gepland. Vooralsnog lijkt er een meerderheid te zijn bij een stemming over het wetsvoorstel. Het lijkt erop dat groen licht voor de Wet toekomst pensioenen op komst is.
Het wetsvoorstel komt voort uit het in 2019 door het kabinet met werknemers- en werkgeversorganisaties gesloten akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelsel. De beoogde ingangsdatum is 1 juli 2023, met een overgangsperiode tot 1 januari 2027. Maar niet uitgesloten is dat de ingangsdatum nog wordt opgeschoven.
Veranderingen door de nieuwe wetgeving
Met de invoering van het nieuwe systeem
- gaan een aantal solidaire kenmerken in de kostprijs van pensioen bij pensioenfondsen verdwijnen,
- gaat iedereen een eigen ‘beleggingspot’ krijgen, en
- worden daarmee de uitkomsten van het pensioen onzekerder.
Met solidaire kenmerken doel ik vooral op het feit dat een pensioenfonds een leeftijdsonafhankelijke premie vraagt. Dat heet ‘doorsneepremie’. En binnen het solidaire systeem wordt de inleg van de jongeren deels toebedeeld aan de ouderen. Dus jong betaalt voor oud. Ander punt van het solidaire systeem is dat de kans op kort en lang leven wordt verdeeld door alle deelnemers bij het pensioenfonds.
Iedereen gaat een eigen beleggingspot krijgen. Nu moet het pensioenfonds ervoor zorgen dat een aangesloten deelnemer de beloofde toekomstige uitkering gaat krijgen. Op de achtergrond doen ze dat met beleggingen. In het nieuwe systeem krijgt iedereen een eigen beleggingspot en dat wordt ook gecommuniceerd.
De uitkomsten van het systeem worden hierdoor onzeker. Je weet niet langer wat je voor uitkering gaat krijgen. Je weet vooral dat er een beleggingspot beschikbaar is en dat die, zoals dat bij beleggingen gaat, in waarde gaat fluctueren. Daardoor kun je wel een inschatting maken van de pensioenuitkering die je gaat krijgen, maar de afhankelijkheid van beleggingsresultaten maakt de hoogte van de uitkering onzekerder.
Minder kwetsbaar maar meer vragen
Deze aanpassingen maken ons systeem minder kwetsbaar voor rente-invloeden en passen beter bij de veranderende arbeidsmarkt. Met name werkgevers met een eigen verzekerde pensioenregeling moeten zich allemaal buigen over de aanpassing van hun bestaande pensioenregeling naar het nieuwe systeem.
Voor werkgevers die nog een middelloonregeling voor hun medewerkers hebben, is snellere actie aan te bevelen. Werkgevers die de pensioenregeling hebben via een pensioenfonds, hebben wat minder invloed op de wijzigingen.
Toch roepen deze wijzigingen eenmalig én structureel meer vragen op. Met eenmalig communiceren doel ik op de communicatie over de veranderingen in het systeem zelf. Daarnaast zal er structureel meer communicatie moeten komen, omdat in het nieuwe systeem meer onzekerheden zitten. Dat zal structureel meer begeleiding en communicatie vragen, omdat het onvermijdelijk is dat onzekerheden extra vragen oproepen.
Voorbereiding op communicatie
Daarom is het raadzaam als HR zich goed op de vragen en de consequenties van de wijzigingen voorbereid en zelf actief communicatie te gaan opstarten. Eventueel in combinatie met aanvulling van kennis. Blijf deze blog volgen. Wil je meer lezen over wat er precies verandert en hoe je daarover kunt communiceren? Op de website Werken aan ons pensioen vind je een handige toolbox.
Update: de plenaire behandeling is verplaatst naar 22 en 23 mei, waarbij een eventuele derde termijn en stemmingen plaats kunnen vinden op dinsdag 30 mei 2023.